Header figuur
Header figuur

In gesprek met Marlies Blom (SO) en Nynke Peeters (Geriatrie VPK)

Als we Nynke en Marlies spreken gaat het gesprek meteen van start. “We zagen de term tandemzorg voorbijkomen en wisten meteen: ja, onze directe betrokkenheid bij de patiënt wisselt gedurende het traject maar we zijn absoluut een duo. Dus zo hebben we eerder het beeld van een duo-fiets dan van een tandem.”

Nog voordat we de vraag hebben kunnen stellen met wie we precies in gesprek zijn is er een belangrijk statement gemaakt: ieder heeft haar rol in deze zorg en de een is niet belangrijker dan de ander. Je klaart samen de klus en dat maakt het werk boeiend en leerzaam, voor beiden.

Tijd voor een nadere kennismaking. Nynke Peeters is verpleegkundige sinds 1994, sinds 1993 werkzaam op de geriatrie en sinds 1996 gespecialiseerd in geriatrisch verpleegkundige zorg. Na 17 jaar in het UMCU op de afdeling geriatrie gewerkt te hebben en 11 jaar in het Gelre Ziekenhuis in Apeldoorn maakte zij in januari 2022 de overstap naar de praktijk van Ester Bertholet (POGB) om MESO-zorg te bieden. “Ik was het ‘aan bed staan’ zat om het maar even recht voor z’n raap te zeggen. Via één van mijn huidige collega’s hoorde ik dat er een vacature was. Ik heb nog geen minuut spijt gehad van de overstap. In het ziekenhuis is de patiënt te gast bij jou, nu ben ik te gast bij de patiënt. Ik kom namelijk bij ze thuis en dat ervaar ik echt als een grote meerwaarde. Thuis zien we hoe het er echt uitziet, hoe het gaat, waar ze wel of geen moeite mee hebben. In het ziekenhuis vraag je daar wel naar, maar mensen kunnen niet die informatie geven die ik zie als ik bij ze op bezoek ben.”

De waarde van het huisbezoek
Dat horen we in veel gesprekken terug: de kwaliteit van de informatie die je in de thuissituatie ophaalt is zoveel malen hoger dat je veel beter de afweging voor passende zorg kunt maken. Nynke daarover: “Ik kan veel meer patiëntgerichte zorg leveren. In het ziekenhuis vertellen ze wel over drempels, de trap, de huishoudelijke hulp. Maar als ik thuiskom en ik weet dat er huishoudelijke hulp is en ik zie dat het toch een zooitje is, dan is dat belangrijke informatie voor mij. Je informatie is gewoon completer en meer inhoudelijk. “
Op de vraag of ze dat kunnen illustreren met een duidelijk voorbeeld komt er direct en zonder enige aarzeling het volgende – sprekende – voorbeeld ten tonele. “We hadden onlangs een meneer die al bij meerdere specialisten was geweest vanwege bepaalde klachten en niemand had een duidelijke oorzaak kunnen vinden. Al bij het eerste huisbezoek werd echter duidelijk wat er mogelijk aan de hand zou kunnen zijn. Meneer had enorm veel ‘autobouwpakketjes’ gemaakt en verzameld. Een zorgvuldige blik en de gezamenlijke reflectie van Nynke en haar collega op de huisbezoeken bracht hen op een mogelijk verband tussen de verzameling en de klachten. Zonder huisbezoek hadden we dat nooit op kunnen merken. De familie gaf aan dat de verzameling de deur uit doen een enorme aanslag op de kwaliteit van leven te doen. We hebben toen een speciale coach in kunnen zetten en die helpt meneer en zijn familie nu.”

In een casus als deze is eerst Nynke als verpleegkundige aan zet, die deelt de informatie met Marlies (SO) en die stelt op basis van aanvullend onderzoek haar diagnose. Samen wegen ze af: wat speelt hier, bij welke (be)handelingen is de oudere het meest gebaat. Na het uitslaggesprek[1] trekken Nynke en Marlies samen op: stemmen af wie wat wanneer doet en maken samen de waarom-afwegingen. Elke casus is weer net een beetje anders, ook qua rolverdeling. De verantwoordelijkheden zijn niettemin altijd helder.

MESO-dokter van het eerste uur
En dan: wie is Marlies Blom? “In 2012 zocht ik een stage als AIOS. Omdat ik buiten het verpleeghuis wilde kijken, zocht ik Ester Bertholet op. Zij was net met haar MESO-praktijk begonnen. Een collega AIOS uit het verpleeghuis waar ik toen werkte, had hier ook net stagegelopen en die was enthousiast. Nadat ik met mijn opleiding tot specialist ouderengeneeskunde had afgerond, ben ik 1 dag per week in deze praktijk gaan werken. Dat heb ik in periodes op en afgedaan naast verpleeghuiszorg. Rondom mijn zwangerschap heb ik wat minder gewerkt en daarna weer wat meer.

Je kunt me met recht een draaideurklant noemen. Uiteindelijk kriebelde in 2019 de nieuwsgierigheid naar het verpleeghuis weer, ik wilde bovendien graag de kaderopleiding PG doen. Maar het verpleeghuis beviel toch minder dan ik had gehoopt. Het contact met de destijds vertrekkende SO heeft ertoe geleid dat ik weer teruggekomen ben en ook ik heb het afgelopen jaar geen moment spijt gehad.”
We vroeger Marlies wat er in de periode tussen 2019 en haar terugkeer in 2022 in de MESO-praktijk veranderd was. “Behalve dat de teamdynamiek veranderd was door wisselingen in het team, was ook de ICT- ondersteuning behoorlijk veranderd. Er is een praktijkmanager aan boord en dat is erg prettig, veel zaken zijn duidelijker geregeld. De werkwijze is niet veranderd, die is in grote lijnen gewoon hetzelfde gebleven.”

MESO opnieuw ontwerpen
We leggen Nynke en Marlies de vraag voor of als ze MESO-zorg opnieuw zouden ontwerpen welke veranderingen ze dan zouden willen doorvoeren. Voor Velp zien ze eigenlijk in de zorg geen directe verbeterpunten. Als ze naar de pilots kijken zien ze wel dat het werken in een klein team je extra kwetsbaar maakt. Het combineren van meerdere werkzaamheden en het werken voor meerdere werkgevers, lijkt hen een complicerende factor. Goede MESO-zorg heeft baat bij een stevig team, met een goede bereikbaarheid, met mensen die er voor elkaar kunnen zijn, die elkaar kunnen vervangen als het nodig is.
We herkennen dit punt we horen het ook in de pilots en ook zij geven aan liever met een grotere teamomvang te kunnen werken. Toch lijden de resultaten, gelet op de onderzoeksuitkomsten er niet of nauwelijks onder. “Dat is mooi maar voor het werkplezier zal het zeker veel uitmaken. Als je twee werkgevers hebt, hoe zit het dan met je loyaliteit. Wie krijgt voorrang als je op beide plekken tegelijkertijd nodig bent.”
Het is duidelijk: MESO-zorg vraagt om een flexibele houding en flexibele mogelijkheden, bijvoorbeeld om het contact met de huisarts of andere zorg/hulpverleners te leggen. Je moet overigens ook goed kunnen plannen, zoveel is duidelijk én met onverwachtse zaken om kunnen gaan.

Verschil SO-consult en MESO-zorg
Marlies daarover: “Ik ben gekleurd door de werkwijze hier. Ik zie zeker wel dat er in situaties soms een enkelvoudige vraag speelt, je eenmalig kijkt en een advies opstelt. Maar toch, ook in de ogenschijnlijk minder complexe situaties zie je vaak dat er meer aan de hand is. En dan kun je beter de tijd nemen om echt goed te kijken en met de oudere en zijn omgeving op zoek te gaan naar de best passende zorg. Nynke vult aan: “Als het een duidelijke en gerichte vraag is, voor bv een beoordeling euthanasie of wilsbekwaamheid, dan kan het. Maar bij veel andere vragen wordt het alweer ingewikkelder.”

We brengen in dat we het in het land zien dat de SO-consultfunctie zowel smal als breed wordt ingevuld. In de brede variant ligt het soms dicht tegen MESO-zorg aan. Marlies: “Ik deed eerder ook wel SO-consulten vanuit het verpleeghuis: we maakten een plan en gaven advies, aan de huisarts. Maar heel vaak lag dat dan lange tijd ongebruikt op stapel. Dat is ook een groot verschil. MESO-ontzorgt de huisarts, ik vraag me af hoeveel je ontzorgt als je zo’n smal consult doet. Natuurlijk hangt het ook van de huisarts af: heeft hij/zij de praktijk goed op orde, is er een POH-O of praktijkverpleegkundige die toeziet op de opvolging, die tijdig aanvullende vragen stelt indien nodig enz. “

Onderzoek en behandelfase loskoppelen?
We brengen in dat men in Zoetermeer wel eens met de gedachte speelt om de onderzoek- en de behandelfase van MESO-zorg te scheiden. De MESO-verpleegkundigen zijn tevens praktijkverpleegkundige bij de huisarts. “Zouden zij tijdens de behandelfase de monitoringsrol kunnen vervullen? Marlies en Nynke laten zich uitdagen om hierover na te denken. Ze vinden het niet persé een aanlokkelijk idee: het is lastiger om als duo te opereren en daar zit nou juist een deel van meerwaarde van MESO-zorg. En je moet nog flexibeler zijn, je werk goed kunnen organiseren. Ze besluiten om er nog maar eens rustig hun gedachten over te laten gaan.

Cruciale competenties
Beiden geven aan dat de kwalificatie ‘geriatrie verpleegkundige’ belangrijk is, al kun je de competenties natuurlijk ook via een andere weg verwerven. Nynke: “Je kijkt anders, je luistert anders, je bent getraind om op specifieke dingen te letten. Als geriatrie verpleegkundige ben je een bepaald type. In ziekenhuis heb je chirurgische verpleegkundigen en beschouwende verpleegkundigen. De eerste zijn niet uitermate geschikt voor de geriatrische patiënten. Je moet een zekere kalmte hebben, kennis over de ouderdom hebben, zwakke signalen opvangen. Je hebt een zekere rust en beschouwing nodig. Je hebt bepaalde kennis nodig om te kunnen signaleren en daar conclusies aan te kunnen te verbinden.”

Marlies vult aan vanuit SO-perspectief. “Er is al veel over gezegd: kunnen beschouwen; kunnen analyseren; structureren; hoofd en bijzaken onderscheiden; goed kunnen luisteren en kijken; flexibel zijn en snel kunnen schakelen. De dingen lopen nooit zoals je wilt of denkt dat ze gaan. Je moet creatief zijn; aan kunnen sluiten bij de belevingswereld van de oudere, iedereen is net anders.  Mensen denken allemaal verschillend en staan anders in het leven, maar je moet een oplossing bedenken die voor hen passend is.”

“We hebben net een sollicitatieronde voor een nieuwe collega gehad. Je moet een bepaalde liefde voor de oudere patiënt hebben. Dat zie je terug in hoe over patiënten gesproken wordt. Als dat heel zakelijk is, dan weet je dat dat hem niet gaat worden. Je moet nieuwgierig zijn, liefde en interesse voor het leven voelen. Willen weten: “Hoe ging het vroeger. Patiënten voelen snel of je dat wel of niet hebt.”

We komen te spreken over het woord ‘creativiteit’. We meenden bij Marlies een grote mate van creativiteit te zien, niet alleen professioneel maar ook in het persoonlijke leven. Aanvankelijk lijkt Marlies zichzelf niet zo te typeren, maar uiteindelijk zegt ze; “Maar misschien ben ik het stiekem wel. Ik vind het leuk om puzzels op te lossen en vanuit ruimdenkendheid te kijken en oplossingen te zoeken die niet zo voor de hand liggen.”

Nynke vult aan: “Je hebt het echt nodig, vooral bij patiënten die niets willen. Bij MESO-zorg kun je niet weglopen, het is anders als in een verpleeghuis waar je weet dat ook anderen zich over de oudere ontfermen. En ook anders als de huisarts die een kort contact heeft en maar moet afwachten wat de patiënt er mee doet.”

We komen het vaker tegen: woorden/termen die aan kracht inboeten: creativiteit, vanuit de patiënt handelen of de patiënt centraal. We vragen hoe we die laatste twee begrippen opnieuw betekenisvol kunnen ‘laden’. Nynke: “Wij gaan echt naast de patiënt zitten, we komen thuis, we hebben geen witte jas aan, we lopen een tijdje samen op, je probeert eventjes in iemands schoenen te staan m.a.w. je probeert te bedenken wat belangrijk is voor iemand. Dat lukt niet altijd en niet bij iedereen maar heel vaak ook wel.”

Advocaat van de duivel
En dan, om dit duo uit te dagen spelen we de advocaat van de duivel. In de vorm van min of meer een rollenspel verplaatsen we ons als interviewers in de schoenen van de verzekeraar. “We hebben jullie verhalen gehoord en denken: “Die verpleegkundige en SO hebben veel te veel tijd om dingen op het spoor te komen dat leidt alleen maar tot meer zorgvraag en meer kosten. Er zijn in het land veel SOs die met consult prima uitkomen, het klinkt allemaal toch wat overdreven.”

Marlies en Nynke reageren rustig, niet als door een wesp gestoken en dat is veelzeggend. Ze weten wat de toegevoegde waarde van hun werk is: voor de patiënt, de mantelzorger, de huisarts, maar ook in termen van kostenbesparing. Marlies: “Je kunt juist besparen omdat je met de patiënt de juiste stappen bepaald. En je komt er juist bijvoorbeeld op uit dat je niet 5 therapeuten inzet maar dat je nu met 2 begint en kijkt hoe dat gaat. Zo kunnen we veel efficiënter afwegen wat de juiste inzet is voor de persoon. En dat scheelt veel hulpverleners.”  En Nynke vult aan: “Het gaat ook om kwaliteit van leven. Ik zeg altijd: bedenk wat je zou doen als het je oma was? Als je de goede zorg en aandacht biedt, scheelt dat ook in de hoeveelheid klachten. Wat blijft is natuurlijk dat met het ouder worden je ook onderworpen wordt aan dingen waar je niets aan kan doen. Je kunt wel proberen de levensvreugde zoveel mogelijk in ere te houden.” Marlies: “Het gaat soms ook om kleine stapjes. Het is ook niet zo dat alle MESO-patiënten juichend het pand verlaten. De eigen autonomie is wel heel belangrijk. Die respecteren we zo veel mogelijk, maar proberen ook crises te voorkomen. Dat vraagt vertrouwen van de patiënt en dat moet je verwerven.  Nynke: “In het ziekenhuis was het zo dat als de patiënt geen huishoudelijke hulp of fysio wilde, dan gebeurde het niet. Daar ging niemand achteraan. Vaak kwam die patiënt een half jaar later terug op de poli. Dat advies inmasseren, opnieuw bespreken, is wel belangrijk en weten welke hulpverlener past en welke niet. “

Onder de indruk van dit stevige koppel, sluiten we het gesprek af.

Petra Nas en Ien van Doormalen
Projectleiders MESO

[1] Na een ‘diagnostische traject’ met diverse contacten en onderzoeken vindt binnen MESO-zorg een zogenaamd uitslaggesprek plaats. Daar worden de bevindingen en het voorgestelde plan met de oudere en diens naasten doorgesproken.

Terug naar vorige pagina
Header figuur

Aanmelden voor onze nieuwsbrief

  • Hidden
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Door te versturen gaat u akkoord met het privacybeleid van MESO