Het MESO-team in Tiel heeft er als eerste pilot één jaar MESO-zorg op zitten. In de praktijk betekent dat een groeiende caseload, nauwere samenwerking met de huisarts en meer bekendheid in het grote zorgnetwerk van Tiel.
Dat wil niet zeggen dat het vanaf september vorig jaar meteen van een leien dakje ging. Corona had effect op het aantal verwijzingen, en vanwege het virus was het MESO-team voorzichtig met de huisbezoeken. Daarnaast wisselde het team bijna volledig van samenstelling. MESO-verpleegkundige Rianne Nieuwhoff (rechts in beeld) is er wel vanaf het begin bij. “Wij zijn denk ik de pilot met de meeste hobbels. Toch vind ik het een heel leuke uitdaging om een goede pilotpraktijk op te zetten. En ik ben zeker tevreden, vooral over het laatste half jaar waarin we meer patiënten krijgen en er meer contacten met andere disciplines ontstaan”, vertelt de verpleegkundige die met liefde in de eerstelijn werkt.
Modus vinden
Haar collega, specialist ouderengeneeskunde Inga Melsert (links in beeld), draait sinds mei in het MESO-team mee. “Met de vier huisartspraktijken zijn we de samenwerking verder aan het opbouwen in het Eerstelijns Centrum Tiel (ECT). Samen kijken we wat MESO is en wat we van elkaar kunnen verwachten. Als eerste artsen mogen wij ook in het patiëntdossier van de huisarts meekijken. Samen zoeken we een modus hoe we bijvoorbeeld met rapportage omgaan, ook om de continuïteit te waarborgen. Onze verbinding wordt geleidelijk aan steeds hechter.”
Wel is het nog een zoektocht naar de beste triage, ook met de specialisten ouderengeneeskunde die al betrokken zijn bij de zorg in het ECT. Rianne Nieuwhoff: “Tiel werkt ook met de consultfunctie SO. Dat zijn collega’s die dat al een aantal jaar twee tot vier keer per maand doen. We zijn geen concurrentie voor elkaar, maar het is wel zoeken wanneer iets geschikt is voor een consult of wanneer iets langdurige MESO-zorg is.” Inga Melsert beaamt dit: “We hebben regelmatig overleg over wat laag – of hoogcomplex is. Dat kan nog best lastig zijn om te bepalen. Eenmaal in MESO volgen we een protocol, maar ik vraag me af of het soms niet wat soepeler kan. Daar zouden we misschien met de SO’s in Velp over moeten sparren.”
Netwerk uitbouwen
Nu de pandemie is geluwd, is het MESO-team druk bezig met het opbouwen van een (regionaal) netwerk. “De afgelopen maanden zien we dat zorgcollega’s, zoals huisartsen, ergo- en fysiotherapeuten en welzijnsorganisaties, MESO beter willen leren kennen”, vertelt de verpleegkundige. Met een direct effect: in twee weken tijd kwamen er vijf aanmeldingen binnen. Ook komt het aanmelden via andere wegen op gang, zoals via fysiotherapeuten of door een patiënt zelf die door familie op MESO was geattendeerd. “In Tiel wordt er op het gebied van zorg heel veel aangeboden. Zo gaan we nog in gesprek met geriatrische fysiotherapeuten en logopedisten.” Ook Inga Melsert ziet het netwerk groeien: “Het MDO en de communicatie doen we digitaal via OZOverbindzorg. Daar bouw je ook contacten mee op, zoals met de eerstelijnsfysiotherapeut en met vrijwilligers van Mozaïek Welzijn. Zo leer je elkaar ook beter kennen.”
Rianne Nieuwhoff kijkt uit naar jaar twee van de pilot: “Ik ben heel blij dat ik voor verdieping de eenjarige opleiding tot geriatrie verpleegkundige mag doen, zodat ik de patiënt nog meer te bieden heb.”
Terug naar vorige pagina